Tannetlid M. Usta uitgenodigd door de VS
Featured In de media

Tannetlid M. Usta uitgenodigd door de VS

Auteur: Kees Versluis | 28-04-2011

De Verenigde Staten nodigen jaarlijks duizenden buitenlandse high potentials uit voor een geheel verzorgde drieweekse trip door het land. Doel: soepeler samenwerking op politiek en zakelijk gebied. ‘Het is geen propaganda, maar subtiel beïnvloeden Amerikanen de denkbeelden van toekomstige elites.’

Het begon met een mailtje dat Melek Usta (41) vorig jaar kreeg. Afzender: de Amerikaanse ambassade in Den Haag. Inhoud: een uitgebreide beschrijving van het International Visitor Leadership Program (IVLP) en een persoonlijke uitnodiging. Of Usta interesse zou hebben in een drieweekse rondreis door de Verenigde Staten, samen met andere aanstormende vrouwen uit de hele wereld. Het programma, het regelwerk, de kosten: allemaal verzorgd door de Amerikaanse overheid.

Usta kende niemand op de ambassade. Hoe de Amerikanen bij haar terechtkwamen? Misschien omdat ze in 2006 tot Zwarte Zakenvrouw van het Jaar was gekozen, of omdat ze samen met Jan-Peter Balkenende in het Innovatieplatform had gezeten. Misschien ook omdat ze tot voor kort directeur was van het Turks Academisch Netwerk Tannet. Of misschien gewoon omdat ze eigenaar is van het bekende werving, selectie- en adviesbureau Colourful People.

Vele telefoongesprekken tussen Usta en de Amerikaanse ambassade in Den Haag volgden. Het leidde er uiteindelijk toe dat Usta begin maart dit jaar naar Washington vloog en eind maart pas weer voet op Nederlandse bodem zette. Drie weken lang bracht ze bezoeken aan bedrijven, had ze gesprekken met toonaangevende Amerikaanse ondernemers, hoogleraren en studenten, woonde ze speeches bij van Michelle Obama en Hillary Clinton, maar schoof ze ook aan de eettafel aan bij een gezin in Kentucky. Centraal thema: vrouwelijk leiderschap en hoe dat te bevorderen.

Usta zat in een groep met achttien andere Europese succesvolle vrouwen: een hoogleraar banking & finance uit Zwitserland, een fabrieksdirectrice uit Servië, een Turkse journaliste gespecialiseerd in de diplomatieke verhoudingen, noem maar op. Een bont gezelschap: de meeste Oost-Europese dames hooggehakt, de Noord-Europeanen vaak op gympen. Toch klikte het volgens Usta meteen, vanwege het gedeelde enthousiasme en de tomeloze energie.

Wereldleiders

Usta was een van de duizenden buitenlandse high potentials die de Verenigde Staten jaarlijks uitnodigen voor een (doorgaans drieweekse) georganiseerde tour door het land. Niemand kan zichzelf uitnodigen; voor het IVLP word je gevraagd. Bij hun keuze blijken de Amerikanen een opvallend gevoel te hebben voor wie in de toekomst tot de politieke en maatschappelijke elite van een land zal gaan behoren. Zo kreeg Jan-Peter Balkenende in 1985 een uitnodiging. Vrijwel niemand kende de 29-jarige toen; hij was CDA-gemeenteraadslid in Amstelveen en net toegetreden tot het wetenschappelijk instituut van de partij. Een medewerker van de Amerikaanse ambassade zag echter groot potentieel in hem en kon met enige moeite de rest van de selectiecommissie overtuigen.

Andere wereldleiders die als jonkie ooit via het IVLP-programma de gang naar de States maakten: Nicolas Sarkozy (hij ging in hetzelfde jaar als Balkenende en was destijds slechts burgemeester van het stadje Neuilly-sur-Seine), Tony Blair, Gordon Brown, Guy Verhofstadt en een flink aantal ministers en minister-presidenten van de Oost-Europese EU-landen. ‘Op IVLP-reünie-bijeenkomsten op de Amerikaanse ambassade in Den Haag zie ik ook veel Nederlanders die echt iets zijn geworden: hoge ambtenaren, landelijke politici’, zegt Peter ter Horst, senior consultant bij Meines & Partners, een bureau voor lobbying en public affairs. Ter Horst was zelf IVLP-ganger aan het begin van deze eeuw.

Ter Horst was destijds een geval apart, want hij mocht van de Amerikanen volledig zijn eigen programma bepalen. De toenmalige hoofdredacteur van de Haagse Courant en wilde graag op bezoek bij de redacties van The Washington Post en een aantal andere Amerikaanse kranten. Afkijken hoe Amerikaanse kranten ‘allochtonen’ (in de VS doorgaans Spaanstaligen) aan het krantlezen kregen. ‘Amerikaanse media hadden daar veel meer over nagedacht en geleerd van fouten dan wij. In Nederland hadden kranten allochtone lezers toen eigenlijk al afgeschreven, die bereikte je toch niet, was de gedachte.’

De Amerikanen kwamen aan al zijn wensen tegemoet. Landde Ter Horst ergens op een vliegveld, dan stond er een auto voor hem klaar, op de passagiersstoel een schema met afspraken voor die dag. ‘Het was heel goed geregeld, maar wel keihard werken.’ Toen Ter Horst na drie weken terugkeerde op de redactie van de Haagsche Courant deelde hij zijn tien A4-tjes aan bevindingen uit aan alle redacteuren en besloot nog meer allochtone redacteuren en stagiairs te gaan werven. Of dat gewerkt zou hebben, is onbekend. Door een fusie met het AD hield de Haagsche Courant twee jaar later op te bestaan.

Alumni
Enkele prominenten die ooit aan het IVLP-programma meededen: Julia Gillard (premier Australië), Hamid Karzai (president Afghanistan), Heinz Fischer (bondspresident Oostenrijk), Abdullah Gül (president Turkije), Anders Fogh Rasmussen (secretaris-generaal Navo), Pratibha Patil (president India).

Propaganda

Zijn Nederlandse IVLP-deelnemers (het zijn er tegenwoordig gemiddeld zo’n tien per jaar) niet bang voor Amerikaanse propaganda? ‘Nee, zo heb ik het niet ervaren’, zegt Ter Horst. ‘Maar ik mocht dan ook mijn eigen programma samenstellen. Mijn wens om een links Spaanstalige krantje in San Diego te bezoeken, was geen enkel probleem.’ Ook Melek Usta heeft niet de ervaring dat er propaganda werd bedreven, zegt ze, ook al stond haar programma wél vast. Ze kon met iedereen open praten; er viel ook kritiek op Amerikaans regeringsbeleid.

Van klassieke propaganda is inderdaad geen sprake, zegt ook Giles Scott-Smith, onderzoeker aan het Roosevelt Study Center in Middelburg en hoogleraar diplomatieke geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Hij heeft uitgebreid studie gemaakt van het uitnodigingenbeleid – wie wel, wie niet, en waarom? – van het IVLP-programma en daar het boek Networks of Empire over geschreven. Het primaire doel van het programma is volgens Scott-Smith toekomstige leiders samenbrengen zodat de samenwerking straks beter verloopt. Beide partijen – gast en gastheer – hebben daar baat bij.

Maar tegelijk speelt politieke beïnvloeding natuurlijk wel enigszins een rol, meent Scott-Smith. ‘De meeste gasten van het programma komen met een positiever Amerikabeeld terug.’ Het uitnodigingenbeleid heeft de afgelopen decennia (het programma bestaat al sinds 1940) regelmatig een politieke component gehad. ‘In de jaren vijftig nodigden de VS vaak nog vijftigers uit, de zittende elite. De reis was toen ook veel langer, een maand of drie.’ Toen het anti-Amerikaanse sentiment in de jaren zestig in Europa door de Vietnamoorlog snel sterker werd, verschoof de Amerikaanse interesse van de oude garde naar de aanstormende, jonge (vaak linkse) talenten. In de jaren zeventig en tachtig – toen in Nederland onder meer de Kruisrakettendiscussie speelde – hadden de Amerikanen bijvoorbeeld de linkervleugel van de PvdA in het vizier. En wie uitgenodigd werd, hoe links ook, ging vrijwel altijd overstag, al moesten de Amerikanen aan vakbondsman Wim Kok jaren trekken. Scott-Smith: ‘Voor zover ik kan nagaan, heeft alleen Jan Pronk de uitnodiging afgeslagen.’

Maar linkse coryfeeën als Jan Schaeffer, Hans Kombrink, Relus ter Beek en Paul Scheffer: ze kwamen allemaal langs in Amerika. Scott-Smith: ‘Bij terugkomst in Nederland verklaarden ze natuurlijk dat het de Amerikanen niet gelukt was hun denkbeelden te veranderen. Maar de Amerikanen pakten het dan ook heel subtiel aan, ze maakten gebruik van de liefde voor de Amerikaanse cultuur zoals popmuziek van veel linkse politici. Jan Schaeffer was een groot liefhebber van baseball, die werd naar een belangrijke baseballwedstrijd meegenomen. Ongetwijfeld heeft dat onbewust invloed gehad.’ Zelfs bij Balkenende – voor zijn IVLP-reis nog nooit in Amerika geweest – is het volgens Scott-Smith aannemelijk dat hij is beïnvloed. ‘Balkenendes proefschrift in 1992 – een pleidooi voor eigen verantwoordelijkheid – ging over exact dezelfde onderwerpen als zijn IVLP-reis in 1985.’

Dutch Visitors Programme
Het aantal Nederlandse high potentials dat jaarlijks in de VS wordt uitgenodigd is relatief laag, het afgelopen jaar slechts acht. In de jaren tachtig, toen Nederland strategisch belangrijker was voor de VS, lag het aantal met soms wel dertig een stuk hoger. Na de val van de Berlijnse Muur verschoof de Amerikaanse focus vooral naar Oost-Europa. Tegenwoordig staan Centraal-Azië, Rusland en het Verre Oosten primair in de Amerikaanse belangstelling.
Ook andere landen, zelfs India, hebben in navolging van de VS programma’s opgericht voor jonge, buitenlandse leiders. Nederland kent sinds 2009 het Dutch Visitors Programme.

Actieve netwerkers

Sinds 11 september 2001 ligt er volgens Scott-Smith in het IVLP-uitnodigingenbeleid een nadruk op de multiculturele samenleving. Het aantal allochtone Nederlanders dat de laatste jaren is uitgenodigd, lag dan ook tamelijk hoog. ‘En de Amerikanen hebben de laatste jaren een voorkeur voor young, enterprising mensen, die gericht zijn er zelf wat uit te halen.’ Actieve netwerkers dus, die zich niet louter aan het handje laten meenemen.

Wie ooit heeft deelgenomen blijft sowieso deel van de club. Ter Horst: ‘Ook als je al jaren terug bent, houden de Amerikanen je een beetje vast. Ik word regelmatig uitgenodigd op de Amerikaanse ambassade voor bijeenkomsten.’ Ook Usta heeft er een blijvend, internationaal netwerk bij, zegt ze. ‘Mijn groep van achttien Europese vrouwen wil onderling contact houden, ook met de Amerikaanse vrouwen die we ontmoetten. ‘Ik wil in Nederland ronde tafel-discussies gaan organiseren over female leadership en daarbij zeker dames uitnodigen die ik heb leren kennen tijdens mijn reis.’

Naast het netwerk heeft Usta een schat aan ideeën en inzichten aan haar Amerikareis overgehouden, zegt ze. Zakelijk meer lef tonen bijvoorbeeld. ‘Ik wil met mijn bedrijf substantieel groeien, omzet maken, geld verdienen, nóg meer gefocust te zijn op mijn business. Ik had, zoals veel vrouwen in Nederland, toch de neiging te voorzichtig te zijn.’

bron: www.intermediair.nl/artikel/netwerken/241647/drie-weken-naar-de-vs-op-uitnodiging-van-de-ambassade.html

Leave feedback about this

  • Quality
  • Price
  • Service

PROS

+
Add Field

CONS

+
Add Field
Choose Image
Choose Video
X