De kogel is eindelijk door de kerk. Het congres van de Partij van de Arbeid heeft afgelopen weekend de integratieresolutie “Gedeeld verleden, gedeelde toekomst” met minieme wijzigen vastgesteld. Door een aantal kleine ingrepen in controversiële passages, met name over de vrijheid van meningsuiting en het etnisch registreren is de angel uit de integratienota gehaald. Zo werd bijvoorbeeld de passage ‘krenken mag’ vervangen door een zin die Bijbelse waarheid bevat:”Het recht om niet gekrenkt te worden bestaat niet”.
Het vervallen van het thema van de registratie van etnische afkomst van allochtonen is een belangrijk punt. Wie de nota goed leest, merkt dat het mislukken van het integratiebeleid in Nederland van de laatste decennia verweten wordt aan allochtonen zelf. In strafzaken draagt de media-aandacht al bij aan de tweedeling in de maatschappij, etnische registratie zou dat nog versterken. Om die reden is de verwijdering uit de resolutie van de passage die hierop betrekking heeft een positieve bijdrage aan een harmonieuze multiculturele samenleving.
In onze optiek zijn mensen die in de fout gaan, gewoon Amsterdammers, Rotterdammers of Hagenaren. Ze moeten beschouwd worden als geboren en getogen Nederlanders, want etniciteit mag niet te belangrijk gemaakt worden.
Er zou in beperkte mate een verband gelegd kunnen worden tussen etniciteit en bepaalde gedragskenmerken, maar daarbij mogen afkomst en cultuur niet met elkaar verward worden.
Het aanleggen van een zwarte lijst op basis van ras of religie zou verdere stigmatisering in de hand werken.
Een andere positieve ontwikkeling met een wrange bijsmaak is de introductie van de term ‘nieuwe Nederlander’ ten opzichte van ‘oorspronkelijk Nederlander’. Wij betreuren het dat de partij deze tweedeling gemaakt heeft. Die impliceert namelijk dat de PvdA tegen segregatie langs etnische lijnen is, maar desondanks voorlopig behoefte blijft houden heeft om in termen van ‘wij’ en ‘zij’ termen te spreken. Met andere woorden erkent de partij:zegt daarmee “eenmaal een vreemde altijd een vreemde”. Een en ander Dit roept dan bij ons de vraag op wat de houdbaarheidsdatum is van dit integratiedocument?
Wij hadden liever gezien dat de partij samen met ons ėėn lijn trok door iedereen met een Nederlandse nationaliteit Nederlander te noemen en degenen met een verblijfsvergunning een migrant. Een dergelijke tweedeling vinden wij aanvaardbaar omdat op termijn de afkomst er niet meer toe doet. Alle andere onderscheidingen belemmeren juist de integratie.
Een ander essentieel punt tenslotte waar wij ons niet in kunnen vinden is de toon van deze integratienota. Al lezend krijg je het gevoel dat deze vooral bedoeld is om moslims, lees Turken en Marokkanen, een signaal te geven dat zij debet zijn aan veel problemen in dit land. “Er is steeds minder geduld met Marokkaans-Nederlandse en Antilliaans-Nederlandse rotjochies die zich niet kunnen gedragen. En er kan geen sprake zijn van tolerantie tegenover haatzaaiende imams die, met een beroep op de vrijheid van godsdienst, zelf onverdraagzaamheid jegens andersdenkenden prediken.” In de praktijk blijkt dat kwetsende woorden gericht aan het adres van allochtonen onder de vrijheid van meningsuiting vallen, maar dat de “controversiële” uitspraak van een allochtoon al snel als haatzaaiend gekwalificeerd wordt.
Ook verderop in het stuk treffen wij dezelfde negatieve toon aan “Nieuwkomers, hun kinderen en kleinkinderen moeten zonder voorbehoud kiezen voor de Nederlandse samenleving….Van degenen die hier van oudsher al woonden wordt gevraagd ruimte te bieden aan tradities, gewoonten en religies die niet van oudsher tot de Nederlandse samenleving behoorden.” Jammer genoeg overschaduwt dit soort taalgebruik de goede bedoelingen die aan deze integratienota ten grondslag liggen. Wij willen niet onder stoelen of banken steken dat de integratienota na lezing een wrange nasmaak achterliet , en dat is toch wel jammer. Wij vinden het daarom een gemiste kans voor het partijcongres.
Wij hebben waardering voor de genoemde positieve aanpassingen in de tekst maar menen dat ook de toon van deze integratienota gewijzigd had moeten worden. Ons inziens is er sprake van een verkeerde toon wanneer de ’toon’ van een geschrift niet leidt tot een betere verstandhouding tussen allochtonen en autochtonen. Wij hopen in de discussies die volgen de ‘goede toon’ te mogen horen.
Leave feedback about this